Definify.com

Definition 2024


lezen

lezen

Dutch

Verb

lezen

  1. (transitive) to read
    Ik lees graag boeken.
    I like to read books.
    Hij kwam binnen en begon zijn nieuwe boek te lezen.
    He came in and started to read his new book.

Inflection

Inflection of lezen (strong class 5)
infinitive lezen
past singular las
past participle gelezen
infinitive lezen
gerund lezen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular lees las
2nd person sing. (jij) leest las
2nd person sing. (u) leest las
2nd person sing. (gij) leest laast
3rd person singular leest las
plural lezen lazen
subjunctive sing.1 leze laze
subjunctive plur.1 lezen lazen
imperative sing. lees
imperative plur.1 leest
participles lezend gelezen
1) Archaic.

Derived terms