Definify.com

Definition 2024


Gebaren

Gebaren

See also: gebaren and gebären

German

Noun

Gebaren n (genitive Gebarens, no plural)

  1. behaviour (UK) / behavior (US)

gebaren

gebaren

See also: Gebaren and gebären

Dutch

Verb

gebaren

  1. (intransitive) to gesture, to point
Inflection
Inflection of gebaren (weak, prefixed)
infinitive gebaren
past singular gebaarde
past participle gebaard
infinitive gebaren
gerund gebaren n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular gebaar gebaarde
2nd person sing. (jij) gebaart gebaarde
2nd person sing. (u) gebaart gebaarde
2nd person sing. (gij) gebaart gebaarde
3rd person singular gebaart gebaarde
plural gebaren gebaarden
subjunctive sing.1 gebare gebaarde
subjunctive plur.1 gebaren gebaarden
imperative sing. gebaar
imperative plur.1 gebaart
participles gebarend gebaard
1) Archaic.

Etymology 2

Non-lemma forms.

Noun

gebaren

  1. Plural form of gebaar

German

Verb

gebaren

  1. First-person plural preterite of gebären.
  2. Third-person plural preterite of gebären.