Definify.com

Definition 2024


wortelen

wortelen

Dutch

Verb

wortelen

  1. (intransitive) (used with in) to originate (from)
  2. (transitive) to ingrain, to root

Inflection

Inflection of wortelen (weak)
infinitive wortelen
past singular wortelde
past participle geworteld
infinitive wortelen
gerund wortelen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular wortel wortelde
2nd person sing. (jij) wortelt wortelde
2nd person sing. (u) wortelt wortelde
2nd person sing. (gij) wortelt wortelde
3rd person singular wortelt wortelde
plural wortelen wortelden
subjunctive sing.1 wortele wortelde
subjunctive plur.1 wortelen wortelden
imperative sing. wortel
imperative plur.1 wortelt
participles wortelend geworteld
1) Archaic.

Noun

wortelen

  1. Plural form of wortel