Definify.com

Definition 2024


verliezen

verliezen

Dutch

Verb

verliezen

  1. to lose (possession)
  2. to lose, to be defeated

Inflection

Inflection of verliezen (strong class 2, irregular, prefixed)
infinitive verliezen
past singular verloor
past participle verloren
infinitive verliezen
gerund verliezen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular verlies verloor
2nd person sing. (jij) verliest verloor
2nd person sing. (u) verliest verloor
2nd person sing. (gij) verliest verloort
3rd person singular verliest verloor
plural verliezen verloren
subjunctive sing.1 verlieze verlore
subjunctive plur.1 verliezen verloren
imperative sing. verlies
imperative plur.1 verliest
participles verliezend verloren
1) Archaic.

Derived terms

Related terms

References