Definify.com

Definition 2024


vergeven

vergeven

Dutch

Verb

vergeven

  1. To forgive.
  2. (obsolete) To harm through poison.

Inflection

Inflection of vergeven (strong class 5, prefixed)
infinitive vergeven
past singular vergaf
past participle vergeven
infinitive vergeven
gerund vergeven n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular vergeef vergaf
2nd person sing. (jij) vergeeft vergaf
2nd person sing. (u) vergeeft vergaf
2nd person sing. (gij) vergeeft vergaaft
3rd person singular vergeeft vergaf
plural vergeven vergaven
subjunctive sing.1 vergeve vergave
subjunctive plur.1 vergeven vergaven
imperative sing. vergeef
imperative plur.1 vergeeft
participles vergevend vergeven
1) Archaic.

Synonyms

Participle

vergeven

  1. past participle of vergeven

Inflection

Inflection of vergeven
uninflected vergeven
inflected vergeven
comparative
positive
predicative/adverbial vergeven
indefinite m./f. sing. vergeven
n. sing. vergeven
plural vergeven
definite vergeven
partitive vergevens

Adjective

vergeven (not comparable)

  1. overrun, crawling

Inflection

Inflection of vergeven
uninflected vergeven
inflected vergeven
comparative
positive
predicative/adverbial vergeven
indefinite m./f. sing. vergeven
n. sing. vergeven
plural vergeven
definite vergeven
partitive