Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


uitwerpen

uitwerpen

Dutch

Verb

uitwerpen

  1. to cast, to throw out
  2. (figuratively) to reject

Inflection

Inflection of uitwerpen (strong class 3+7, separable)
infinitive uitwerpen
past singular wierp uit
past participle uitgeworpen
infinitive uitwerpen
gerund uitwerpen n
verbal noun —
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular werp uit wierp uit uitwerp uitwierp
2nd person sing. (jij) werpt uit wierp uit uitwerpt uitwierp
2nd person sing. (u) werpt uit wierp uit uitwerpt uitwierp
2nd person sing. (gij) werpt uit wierpt uit uitwerpt uitwierpt
3rd person singular werpt uit wierp uit uitwerpt uitwierp
plural werpen uit wierpen uit uitwerpen uitwierpen
subjunctive sing.1 werpe uit wierpe uit uitwerpe uitwierpe
subjunctive plur.1 werpen uit wierpen uit uitwerpen uitwierpen
imperative sing. werp uit
imperative plur.1 werpt uit
participles uitwerpend uitgeworpen
1) Archaic.

Derived terms

  • uitwerpsel

Anagrams

  • werpen uit

Etymology

From uit +‎ werpen

Pronunciation

Similar Results

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms