Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


toebijten

toebijten

Dutch

Verb

toebijten

  1. to speak harshly at, snap at

Inflection

Inflection of toebijten (strong class 1, separable)
infinitive toebijten
past singular beet toe
past participle toegebeten
infinitive toebijten
gerund toebijten n
verbal noun —
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular bijt toe beet toe toebijt toebeet
2nd person sing. (jij) bijt toe beet toe toebijt toebeet
2nd person sing. (u) bijt toe beet toe toebijt toebeet
2nd person sing. (gij) bijt toe beet toe toebijt toebeet
3rd person singular bijt toe beet toe toebijt toebeet
plural bijten toe beten toe toebijten toebeten
subjunctive sing.1 bijte toe bete toe toebijte toebete
subjunctive plur.1 bijten toe beten toe toebijten toebeten
imperative sing. bijt toe
imperative plur.1 bijt toe
participles toebijtend toegebeten
1) Archaic.

Anagrams

  • bijten toe

Pronunciation

Similar Results

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms