Definify.com

Definition 2024


oordelen

oordelen

Dutch

Verb

oordelen

  1. to judge
    Weet u niet dat wij over engelen zullen oordelen?
    Do you not know that we will judge angels?

Inflection

Inflection of oordelen (weak)
infinitive oordelen
past singular oordeelde
past participle geoordeeld
infinitive oordelen
gerund oordelen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular oordeel oordeelde
2nd person sing. (jij) oordeelt oordeelde
2nd person sing. (u) oordeelt oordeelde
2nd person sing. (gij) oordeelt oordeelde
3rd person singular oordeelt oordeelde
plural oordelen oordeelden
subjunctive sing.1 oordele oordeelde
subjunctive plur.1 oordelen oordeelden
imperative sing. oordeel
imperative plur.1 oordeelt
participles oordelend geoordeeld
1) Archaic.

Derived terms

Noun

oordelen

  1. Plural form of oordeel