Definify.com

Definition 2024


onleesbaar

onleesbaar

Dutch

Adjective

onleesbaar (comparative onleesbaarder, superlative onleesbaarst)

  1. unreadable, illegible

Inflection

Inflection of onleesbaar
uninflected onleesbaar
inflected onleesbare
comparative onleesbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onleesbaar onleesbaarder het onleesbaarst
het onleesbaarste
indefinite m./f. sing. onleesbare onleesbaardere onleesbaarste
n. sing. onleesbaar onleesbaarder onleesbaarste
plural onleesbare onleesbaardere onleesbaarste
definite onleesbare onleesbaardere onleesbaarste
partitive onleesbaars onleesbaarders