Definify.com

Definition 2024


vertrouwd

vertrouwd

Dutch

Adjective

vertrouwd (comparative vertrouwder, superlative vertrouwdst)

  1. familiar

Inflection

Inflection of vertrouwd
uninflected vertrouwd
inflected vertrouwde
comparative vertrouwder
positive comparative superlative
predicative/adverbial vertrouwd vertrouwder het vertrouwdst
het vertrouwdste
indefinite m./f. sing. vertrouwde vertrouwdere vertrouwdste
n. sing. vertrouwd vertrouwder vertrouwdste
plural vertrouwde vertrouwdere vertrouwdste
definite vertrouwde vertrouwdere vertrouwdste
partitive vertrouwds vertrouwders

Participle

vertrouwd

  1. past participle of vertrouwen

Inflection

This participle needs an inflection-table template.