Definify.com

Definition 2024

uitkiezend

uitkiezend

Dutch

Participle

uitkiezend

present participle of uitkiezen

Declension

Inflection of uitkiezend
uninflected	uitkiezend
inflected	uitkiezende
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		uitkiezend uitkiezende
indefinite	m./f. sing.	uitkiezende
	n. sing.	uitkiezend
	plural	uitkiezende
definite		uitkiezende
partitive		uitkiezends