Definify.com

Definition 2024


sprakeloos

sprakeloos

Dutch

Adjective

sprakeloos (comparative sprakelozer, superlative meest sprakeloos or sprakeloost)

  1. speechless

Inflection

Inflection of sprakeloos
uninflected sprakeloos
inflected sprakeloze
comparative sprakelozer
positive comparative superlative
predicative/adverbial sprakeloos sprakelozer het sprakeloost
het sprakelooste
indefinite m./f. sing. sprakeloze sprakelozere sprakelooste
n. sing. sprakeloos sprakelozer sprakelooste
plural sprakeloze sprakelozere sprakelooste
definite sprakeloze sprakelozere sprakelooste
partitive sprakeloos sprakelozers