Definify.com

Definition 2024


rectificerend

rectificerend

Dutch

Participle

rectificerend

  1. present participle of rectificeren

Declension

Inflection of rectificerend
uninflected rectificerend
inflected rectificerende
comparative
positive
predicative/adverbial rectificerend
rectificerende
indefinite m./f. sing. rectificerende
n. sing. rectificerend
plural rectificerende
definite rectificerende
partitive rectificerends