Definify.com

Definition 2024

opgerezen

opgerezen

Dutch

Participle

opgerezen

past participle of oprijzen

Declension

Inflection of opgerezen
uninflected	opgerezen
inflected	opgerezen
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		opgerezen
indefinite	m./f. sing.	opgerezen
	n. sing.	opgerezen
	plural	opgerezen
definite		opgerezen
partitive		opgerezens