Definify.com

Definition 2024


nadenkend

nadenkend

Dutch

Participle

nadenkend

  1. present participle of nadenken

Declension

Inflection of nadenkend
uninflected nadenkend
inflected nadenkende
comparative
positive
predicative/adverbial nadenkend
nadenkende
indefinite m./f. sing. nadenkende
n. sing. nadenkend
plural nadenkende
definite nadenkende
partitive nadenkends