Definify.com

Definition 2024


groeperend

groeperend

Dutch

Participle

groeperend

  1. present participle of groeperen

Declension

Inflection of groeperend
uninflected groeperend
inflected groeperende
comparative
positive
predicative/adverbial groeperend
groeperende
indefinite m./f. sing. groeperende
n. sing. groeperend
plural groeperende
definite groeperende
partitive groeperends