Definify.com

Definition 2024


geamuseerd

geamuseerd

Dutch

Participle

geamuseerd

  1. past participle of amuseren

Declension

Inflection of geamuseerd
uninflected geamuseerd
inflected geamuseerde
comparative
positive
predicative/adverbial geamuseerd
indefinite m./f. sing. geamuseerde
n. sing. geamuseerd
plural geamuseerde
definite geamuseerde
partitive geamuseerds