English

Noun

dramaturg ‎(plural dramaturgs)

1. Alternative spelling of dramaturge
   • 2007, January 14, “Sally Mcgrane”, in Outrageousness, Herr Director, Is a Tough Act to Follow:

     Carl Hegemann, who formerly worked with Mr. Castorf as a dramaturg, said the only endeavor that made sense for him at this point was to direct a traditional play.

Czech

Noun

dramaturg m

1. dramaturge

Dutch

Etymology

Kulturwort. The second meaning derives from German Dramaturg.

Noun

dramaturg m ‎(plural dramaturgen, diminutive dramaturgje n)

1. dramatist, playwright, dramaturge
   • 1975, Nicolaas Carel Heinrich Wijngaards, Joost van den Vondels Lucifer. Treurspel, W.J. Thieme (publ.), 15.

     Het is bekend, dat Vondel, eigenlijk gedurende zijn gehele loopbaan als dramaturg, bezig is geweest — en bewust bezig — met de strukturering van zijn drama's.

2. dramaturge, person in a coordinative function at theatre productions
   • 2006, Eugeen van Aerschot & Hugo Meert, Theater. Handboek voor toneelmakers en toeschouwers, Garant, 2nd edition (1st edition 2003) 91.

     In het organogram van het productieproces stellen we vast dat de dramaturg de volgende stap uitmaakt naar de voorstelling.