Definify.com

Definition 2024


beveiligd

beveiligd

Dutch

Participle

beveiligd

  1. past participle of beveiligen

Declension

Inflection of beveiligd
uninflected beveiligd
inflected beveiligde
comparative
positive
predicative/adverbial beveiligd
indefinite m./f. sing. beveiligde
n. sing. beveiligd
plural beveiligde
definite beveiligde
partitive beveiligds