Definify.com

Definition 2024


behaagd

behaagd

Dutch

Participle

behaagd

  1. past participle of behagen

Declension

Inflection of behaagd
uninflected behaagd
inflected behaagde
comparative
positive
predicative/adverbial behaagd
indefinite m./f. sing. behaagde
n. sing. behaagd
plural behaagde
definite behaagde
partitive behaagds