Definify.com

Definition 2024


bedaard

bedaard

Dutch

Adjective

bedaard (comparative bedaarder, superlative bedaardst)

  1. serene, imperturbable
  2. calm, level-headed

Inflection

Inflection of bedaard
uninflected bedaard
inflected bedaarde
comparative bedaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial bedaard bedaarder het bedaardst
het bedaardste
indefinite m./f. sing. bedaarde bedaardere bedaardste
n. sing. bedaard bedaarder bedaardste
plural bedaarde bedaardere bedaardste
definite bedaarde bedaardere bedaardste
partitive bedaards bedaarders

Adverb

bedaard

  1. serenely
  2. calmly

Participle

bedaard

  1. past participle of bedaren

Inflection

Inflection of bedaard
uninflected bedaard
inflected bedaarde
comparative
positive
predicative/adverbial bedaard
indefinite m./f. sing. bedaarde
n. sing. bedaard
plural bedaarde
definite bedaarde
partitive bedaards

Anagrams