Definify.com

Definition 2024


apodictisch

apodictisch

Dutch

Adjective

apodictisch (not comparable)

  1. apodictic
    • 2007, Connie Palmen, Lucifer, p. 322
      ‘Hoe ik me ook af en toe erger aan haar apodictische redeneringen en aan de besliste manier waarop ze de wereld verdeelt in twee of drie soorten mensen, dit keer was het verhelderend.’
      ‘However from time to time I’m annoyed by her apodictic reasonings and by the decided way in which she divides the world in two or three types of people, this time it was elucidating.’

Inflection

Inflection of apodictisch
uninflected apodictisch
inflected apodictische
comparative
positive
predicative/adverbial apodictisch
indefinite m./f. sing. apodictische
n. sing. apodictisch
plural apodictische
definite apodictische
partitive apodictisch