Definify.com

Definition 2024


afschermend

afschermend

Dutch

Participle

afschermend

  1. present participle of afschermen

Declension

Inflection of afschermend
uninflected afschermend
inflected afschermende
comparative
positive
predicative/adverbial afschermend
afschermende
indefinite m./f. sing. afschermende
n. sing. afschermend
plural afschermende
definite afschermende
partitive afschermends